Saksische eend
Herkomst: Duitsland, sinds 1957/58 erkend.
Algemene indruk:
Grote landeend met goede rondingen en een iets opgerichte houding.
Vormbeschrijving
Romp: lang, vol, breed, iets opgericht, goed gerond en vlezig.
Kop: vrij lang met een iets gewelfd voorhoofd, achterhoofd goed gerond.
Ogen: levendig, vol en glanzend.
Snavel: middellang en breed, vloeiend vanaf het voorhoofd in een iets holle lijn lopend naar de punt.
Hals: middellang en stevig, sierlijk gebogen.
Rug: breed en vrij lang, jets naar achteren afhellend.
Borst: vol, iets naar voren gedragen en goed gerond.
Buik: vrij breed en goed ontwikkeld, achterlijf vrij van de grond.
Vleugels: vrij kort, goed gesloten en vast tegen het lichaam gedragen.
Staart: goed gesloten, middellang, nauwelijks jets boven de ruglijn gedragen.
Poten: middellang, stevig en goed onder bet lichaam geplaatst. Gevederte: rijk aan dons doch vrij goed gesloten en glad aanliggend.
Eventuele verschillen tussen woerd en eend
De woerd beeft goed ontwikkelde lokken; de legbuik is bij de eend goed doch zonder overdrijving ontwikkeld.
Ernstige fouten:
Te geringe grootte; te smalle bouw; te vlakke- of te opgerichte houding; onvoldoende gewelfd voorhoofd; duidelijke kielvorming; slechte veerstructuur kleine slagpennen.
Fouten:
Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend; iets op de rug gekruiste vleugeleinden.
Gewicht: Woerd: 3,5 — 4,0 kg. Eend: 3,0 — 3,5 kg.
Ringenmaat: Voor beide geslachten: 16 mm.
Kleurslag:
Geelblauw forel