Engelse Roueneend
Herkomst:
Noord-West Frankrijk,omstreeks 1750 gefokt en in Engeland vervolmaakt tot het huidige type.
Algemene indruk:
Grote en diepgestelde eend met een nagenoeg horizontale houding.
Vormbeschrijving
Romp: lang, breed, diep en blokvormig, met nagenoeg horizontale lichaamshouding.
Kop: slank, enigszins gewelfd voorhoofd, goed geronde schedel, iets wangen tonend.
Ogen: vrij groot, levendig.
Snavel: lang en breed, iets hol en vloeiend overgaande in de schedel.
Hals: krachtig, middellang, licht gebogen.
Rug: lang en breed, over de lengte jets gewelfd.
Borst: vol en diep met een flink ontwikkelde kiel.
Buik: zeer diep, vanaf de borstkiel in een vloeiende lijn overgaande in een goed gerond achterlijf, vrij van de grond.
Vleugels: groot, goed aangesloten tegen bet lichaam gedragen.
Staart: kort en breed ingeplant, vrijwel in bet verlengde van de rug gedragen.
Poten: vrij kort en stevig, goed onder bet lichaam geplaatst. Gevederte: vol, dicht en glad aanliggend.
Eventuele verschillen tussen woerd en eend: De woerd heeft goed ontwikkelde lokken.
Ernstige fouten:
Te geringe grootte, te smalle bouw; te gering ontwikkelde of dubbele kiel.
Fouten:
Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend; de grond rakende kiel en buik.
Gewicht: Woerd: 3,5 — 4,5 kg. Eend: 3,0 — 4,0 kg.
Ringenmaat: Voor beide geslachten: 18 mm.
Kleurslag:
Rood wildkleur:
Rood blauwwildkleur