Noordhollandse witborsteend
Herkomst:
Nederland, ongeveer in de 17e eeuw ontstaan.
Algemene indruk:
Nauwelijks middelgrote eend, vrij slank, houding van het lichaam iets opgericht.
Vormbeschrijving
Romp: middellang, goed gerond, weinig naar achteren afhellend.
Kop: goed geronde schedel met een weinig oplopend voorhoofd, van voren gezien vlak.
Ogen: Levendig, hoog in de kop geplaatst.
Snavel: Lang en over de gehele lengte breed, in een rechte lijn vanaf de snavelaanzet tot de punt Iopend.
Hals: vrij lang, dun, nagenoeg rechtop gedragen.
Rug: lang, vrij slank, over de gehele lengte even breed, jets gewelfd.
Borst: goed ontwikkeld en goed gerond.
Buik: goed ontwikkeld, nagenoeg evenwijdig lopend aan de ruglijn, achterlijf goed ontwikkeld.
Vleugels: lang en smal, goed gesloten en vast aanliggend, vleugeleinden op de rug jets gekruist.
Staart: goed gesloten, in bet verlengde van de rug gedragen.
Poten: middellang, stevig en goed onder bet lichaam geplaatst.
Gevederte: goed gesloten, glad aanliggend.
Eventuele verschillen tussen woerd en eend
De eend heeft een goed ontwikkelde legbuik, echter zonder overdrijving. De woerd heeft goed ontwikkelde lokken.
Ernstige fouten:
Te geringe bouw; te hoog gesteld; afwijkende snavelvorm.
Fouten:
Te grof van bouw; te veel gewelfd voorhoofd; niet geheel rechte snavel; te zwaar ontwikkelde legbuik.
Gewicht: Woerd: 1,5 — 1,8 kg. Eend: 1,4 — 1,7 kg.
Ringenmaat: Voor beide geslachten: 14 mm.
Kleurslag:
Spreeuwkop witborst (Donker wildkleur witborst):