Herkomst: Waarschijnlijk het Verre Oosten.
Algemene indruk:
Een kleine eend met afgeronde lichaamsvormen, middelhoog gesteld, levendig met een opvallend glanzende bevedering.
Vormbeschrijving
Romp: vrij klein, enigszins gestrekt, goed gerond, bijna horizontale houding.
Kop: vrij kort, iets gewelfd voorhoofd, goed geronde schedel.
Ogen: levendig, volglanzend.
Snavel: vrij kort, niet te sterk ontwikkeld, vanaf de schedel in een vloeiende holle lijn overgaand in een weinig hol naar de
punt.
Hals: kort, vrij slank, sierlijk gebogen.
Rug: middellang, in verhouding met de lengte niet breed, nauwelijks gewelfd.
Borst: goed gerond, enigszins hooggedragen.
Buik: goed gerond, strak met nauwelijks zwaarder achterlijf.
Vleugels: in verhouding lang, goed tegen bet lichaam aangetrokken gedragen.
Staart: vrij kort, horizontaal gedragen.
Poten: middellang, iets uit bet midden van bet lichaam geplaatst, fijn van bouw, hielgewricht zichtbaar.
Gevederte: glad en zeer strak aanliggend.
Eventuele verschillen tussen woerd en eend
De woerd heeft goed ontwikkelde lokken.
Ernstige fouten:
Te grof of te gering van bouw; te opgerichte houding; bolle kop.
Fouten:
Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend; iets te korte of te lange snavel.
Gewicht: Woerd: 1,0 kg Eend: 0,75 kg.
Ringenmaat: Voor beide geslachten: 11 mm.
Kleurslag:
Zwart: kleur van woerd en eend zoals aangegeven onder no. 19 van de AIg. kleurbeschrijving. Aan de smaragdgroene glans worden hoge eisen gesteld.
Ogen: donkerbruin.
Snavel: woerd: zwart, enig olijfgroen aan de punt toegestaan, eend: zwart; snavelnagel bij beide geslachten: zwart.
Poten: zwart, bij oude woerden is jets oranje in de pootkleur toegestaan.
Ernstige fouten:
Te lichte snavel- en pootkleur.
Noot: Oude eenden met enig wit zijn waardevol voor de fok, hetgeen niet voor de woerden geldt. Hoe ouder de eend hoe witter het verenpak. Dieren als hier bedoeld zijn niet geschikt voor tentoonstellingen.