Normandische gans
Herkomst:
Frankrijk, in de omgeving van Normandië ontstaan.
Algemene indruk:
Grote goed bevleesde landgans, levendig, middelhoog gesteld met een nagenoeg horizontale houding en vrij strakke buiklijn. De gent en gans zijn niet gelijk gekleurd.
Vormbeschrijving
Romp: lang, breed en vol, nagenoeg horizontaal.
Kop: middellang, vrij ronde schedel.
Ogen: vrij groot, glanzend.
Snavel: vrij lang, krachtig en recht.
Hals: middellang, stevig, vrij rechtop gedragen, goed ontwikkelde halsgroeven, aan de keel strak uitgesneden.
Rug: lang en breed, nauwelijks gewelfd.
Borst: breed en vol, goed gerond, jets naar voren gedragen.
Bulk: goed gevuld, enkele licht ontwikkelde buikwam.
Vleugels: vrij lang, niet voorbij bet lichaam reikend, vleugelpunten licht gekruist.
Staart: gesloten, in bet verlengde van bet lichaam gedragen.
Poten: middellang, krachtig ontwikkeld.
Gevederte: glad aanliggend.
Eventuele verschillen tussen gent en gans
De gent is zwaarder van bouw; gent en gans zijn niet gelijk
van kleur.
Ernstige fouten en fouten:
Afhankelijk van de ernst: te geringe grootte; te smalle bouw; afhellende ruglijn; te sterk ontwikkelde buikwam.
Gewicht: Gent: 8,0 — 9,0 kg. Gans: 7,0 — 7,5 kg.
Ringenmaat: Veer beide geslachten: 24 mm.
Kleurslagen:
Gent:
Wit
Ogen: blauw; pupil: donkerblauw; oogranden: licht geel.
Snavel: oranjegeel; snavelnagel: licht hoornkleurig.
Poten: oranje.
Gans:
Bont
echter de bonttekening is minder rijk. De koptekening beperkt zich tot een vrij kleine, nagenoeg ronde vlek. Rond het oog en bij de snavelaanzet is de kleur wit terwijl de hals niet gekleurd doch wit is. Op de schouders beperkt de bonttekening zich tot de boog en boeg, terwijl alleen bet voorste gedeelte van de rug getekend is. De flanken zijn beperkt getekend.
Ogen: donkerbruin; pupil: zwart; oogranden: licht geel.
Snavel: oranjegeel; snavelnagel: licht hoornkleurig.
Poten: oranje.